|
Groot onderhoud
Administratieve verwerking
Voor
de administratieve verwerking van de kosten van groot onderhoud bestaan de
volgende mogelijkheden.
- Het vormen van een
voorziening. Deze mogelijkheid verdwijnt bij overgang op IFRS.
- Direct ten laste van het
resultaat brengen. Volgens de huidige Richtlijnen van
de Raad voor de Jaarverslaggeving mag dat niet meer.
- Activeren. Mag onder de
huidige Richtlijnen slechts onder vrij strikte
voorwaarden, waaronder de voorwaarde dat 'het bedrag van het groot
onderhoud wordt gezien als een afzonderlijk samenstellend deel van het
actief (een zgn. component)'. Daarbij wordt wel uitdrukkelijk aangegeven dat dit voor alle
soortgelijke materiële vaste activa op dezelfde wijze moet gebeuren; het is
niet toegestaan om voor het ene pand een onderhoudsvoorziening te vormen en
het andere pand te behandelen volgens de componentenbenadering.
De
componentenbenadering
Bij
materiële vaste activa kennen we de zogenoemde componentenbenadering.
Het gaat
daarbij
om de afzonderlijke verwerking van de totale uitgaven voor de verkrijging
of
vervaardiging
van een materieel vast actief in het geval deze uitgaven zijn toe te wijzen
aan
de samenstellende delen van het betreffende
materieel vast actief. Per samenstellend
deel
van een materieel vast actief:
- kunnen de economische gebruiksduren verschillen;
- kan het patroon waarin de economische voordelen worden gegenereerd anders zijn;
- zullen dus de afschrijvingstermijnen verschillen.
Een
voorbeeld van toepassing van de componentenbenadering treffen we aan bij
een overslag- en opslagbedrijf van granen. Dit bedrijf
beschikt over (1) een in het water geplaatste kraanbaan, (2) een kraan, (3)
een transportband van de kraanbaan naar de silo en (4) een silo voor de
opslag van granen. Hoewel de samenstellende delen van deze overslag-
en opslaginstallatie functioneel gezien een eenheid vormen, zijn de economische gebruiksduren
van de vier samenstellende delen verschillend. De uitgaven voor de te
onderscheiden samenstellende delen worden afzonderlijk verwerkt en
afgeschreven.
Toepassing
van de componentenbenadering heeft er bij Schiphol bijvoorbeeld toe geleid
dat in totaal circa 40 nieuwe componenten zijn onderkend die voorheen als
één geheel werden verantwoord onder banen, rijbanen, platformen, gebouwen,
werktuigbouwkundige installaties, bagageafhandeling systemen,
bagagecontroleapparatuur en drainage en ontwateringwerken.
Onder IFRS:
- is toepassing van de componentenbenadering voor materiële vaste activa verplicht;
- worden uitgaven voor groot onderhoud
geactiveerd voorzover daarmee componenten van
materiële vaste activa worden vervangen. De kostprijs wordt vervolgens
afgeschreven over de economische levensduur. Het vormen van een voorziening
voor groot onderhoud is niet langer toegestaan;
- als vastgoed wordt gebruikt voor eigen
gebruik is IAS 16 van kracht. Bij IAS 16 mag men kiezen tussen waarderen
tegen reële waarde of historische kostprijs. Bij waardering tegen reële
waarde wordt de waardeverandering niet verantwoord in de winst- en
verliesrekening, maar via een herwaarderingsreserve. Dan zijn er dus geen
systematische afschrijvingen meer in het resultaat, maar wel
afwaarderingen.
Voorbeeld
Een onderneming is onlangs
verhuisd naar een nieuw kantoorpand, waarvoor € 5.000.000 is betaald. De
economische gebruiksduur waarover dit pand zal worden afgeschreven wordt
geschat op 40 jaar. Naar verwachting zal het pand na ongeveer 20 jaar een
zeer grote onderhoudsbeurt moet ondergaan, waarbij het dak, de ramen, de
liften en dergelijke zullen moeten worden vervangen. De kosten van het te
verrichten groot onderhoud worden geschat op € 2.000.000.
Bij de vorming van een voorziening voor groot onderhoud wordt gedurende de
eerste 20 jaar jaarlijks een bedrag van € 100.000 (€ 2.000.000/20 jaar)
gedoteerd aan de voorziening. In de laatste 20 jaar wordt geen
onderhoudsvoorziening meer gevormd, omdat het kantoorpand na afloop van die
periode de economische gebruiksduur heeft bereikt.
Bij de componentenbenadering wordt het kantoorpand administratief
opgesplitst in:
- componenten waarvoor groot onderhoud nodig is (dak, ramen,
liften) ad € 2.000.000 welke in 20 jaar worden afgeschreven, en
- de rest van het pand met een waarde van € 3.000.000 hetgeen in 40 jaar wordt afgeschreven.
Na 20 jaar worden de
onderhoudskosten ad € 2.000.000
in de balans opgenomen en afgeschreven over de
resterende gebruiksduur van het pand (20 jaar).
Nieuwe belastingplannen
Eind
april 2006 heeft staatssecretaris Wijn nieuwe belastingplannen bekend
gemaakt. Hierin zegt hij ook iets over de fiscale afschrijvingen op
gebouwen.
In veel gevallen schrijft een ondernemer tijdens de
gebruiksduur van een gebouw fiscaal veel meer af dan overeenkomt met de
werkelijke waardedaling van het gebouw. Dit komt tot uiting bij de verkoop:
de verkoopprijs blijkt dan aanzienlijk hoger te zijn dan de boekwaarde.
Wijn stelt nu voor om de afschrijving op gebouwen stop te
zetten wanneer de boekwaarde ervan beneden 50% van de werkelijke waarde
zakt. Het gaat daarbij volgens Wijn om de waarde van het gebouw met
inbegrip van de ondergrond. Hij weet overigens nog niet precies hoe hij de
werkelijke waarde zal gaan vaststellen. Hoe een en ander
zich verhoudt met de componentenbenadering is ook niet geheel duidelijk.
Naar verwachting gaan de plannen van Wijn nog vóór de zomer
naar de Kamer, aanpassing is dus mogelijk.
Voor onroerend goed dat als belegging wordt aangehouden gelden
overigens andere regels.
Mei 2006
|
|