|
"In Control" statement
Inleiding
De Nederlands corporate governance code ('code
Tabaksblat') is eind 2003 verschenen.
Het zogenoemde 'in control statement' wordt algemeen
gezien als de zwaarste eis binnen de code Tabaksblat. Van bestuurders wordt
gevraagd dat ze in hun jaarverslag verklaren dat de interne risicobeheersings-
en controlesystemen adequaat van opzet zijn en gedurende de verslagperiode
effectief hebben gewerkt. Een risicobeheersings- en controlesysteem is adequaat
van opzet indien het de organisatie in staat stelt steeds tijdig en gepast te kunnen reageren op belangrijke
operationele, financiële, juridische en andere risico's.
De code Tabaksblat
heeft inmiddels een wettelijke verankering gekregen. In boek 2 BW is de
verplichting voor Nederlandse
beursgenoteerde vennootschappen opgenomen om elk jaar in hun jaarverslag
gemotiveerd uit te leggen of en zo ja waarom en in hoeverre zij afwijken van de
best practice bepalingen van de code.
Gedurende 2005 heeft een commissie onder leiding
van Jean Frijns de toepassing en naleving van Tabaksblat onderzocht. In
december 2005 heeft deze 'Monitoring Commissie Corporate Governance Code'
verslag uitgebracht.
Frijns constateert dat de eisen rond de financiële
verslaggeving weinig weerstand vinden. Bestuurders vinden echter de eisen
rondom de rapportage van operationele/ strategische risico's en wet- en
regelgevingrisico's te streng. Frijns stelt dan ook voor om deze buiten de
werkingssfeer van het 'in control' statement te brengen. Bestuurders kunnen wat
hem betreft volstaan met:
- het beschrijven in het jaarverslag
van de belangrijke risico's en de daarbij behorende risicobeheersings- en
controlesystemen;
- het vermelden, indien van
toepassing, in het jaarverslag van belangrijke tekortkomingen die in het
verslagjaar zijn geconstateerd, evenals aangebrachte of geplande verbeteringen.
Het 'in
control' statement voor de financiële verslaglegging blijft bestaan. Ten
aanzien van financiële verslaggevingrisico's meent Frijns dat aan Tabaksblat
wordt voldaan indien bestuurders:
-
verklaren dat de
risicobeheersings- en controlesystemen een redelijke mate van zekerheid geven
dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat;
-
verklaren dat de
risicobeheersings- en controlesystemen in het verslagjaar naar behoren hebben
gewerkt;
-
verklaren dat er geen indicaties
zijn dat de risicobeheersings- en controlesystemen in het lopende jaar niet
naar behoren zullen werken;
-
eventuele tekortkomingen melden
die in het verslagjaar respectievelijk het lopende jaar zijn geconstateerd en
die mogelijkerwijs materiële gevolgen kunnen hebben. Bestuurders dienen tevens
aan te geven welke verbeteringen zijn aangebracht of gepland.
De commissie Frijns heeft geen bevoegdheid om de code
Tabaksblat zelfstandig te wijzigen. Voorshands is deze code dan ook nog in de
volle breedte geldig.
Dat zadelt bestuurders op met de vraag wanneer zij gegrond
een 'in control' statement kunnen afgeven ten aanzien van zowel de financiële
risico's als de operationele/ strategische risico's en wet- en
regelgevingrisico's. Daarop geeft Tabaksblat echter geen antwoord. De
code-Tabaksblat stelt slechts 'dat er een op de vennootschap toegesneden intern
risicobeheersings- en controlesysteem aanwezig moet zijn' en dat 'de
vennootschap als instrumenten van het interne risicobeheersings- en
controlesysteem in ieder geval hanteert:
- risicoanalyses van de operationele en financiële
doelstellingen van de vennootschap;
-
een gedragscode die in ieder geval op de website
van de vennootschap wordt geplaatst;
-
handleidingen voor de inrichting van de financiële
verslaggeving en de voor de opstelling daarvan te volgen procedures;
-
een systeem van monitoring en rapportering'.
Dat laat bestuurders veel ruimte voor een eigen oordeel.
Bij één en dezelfde organisatie kan de ene bestuurder vinden dat hij 'in
control' is, terwijl de andere bestuurder dat niet vindt. Er
zijn geen kant-en-klare checklists die eenvoudig kunnen worden afgevinkt. Wel
is er een internationaal aanvaard raamwerk voor interne beheersing dat als
basis kan dienen. Dit is het zogenaamde COSO-model.
Tenslotte nog een opmerking
over de betrokkenheid van de accountant bij het 'in control' statement. Deze is
niet groot. De accountant wordt niet geacht de interne beheersing van een
onderneming te onderzoeken. Wel kan het zijn dat hij zich tijdens zijn controle
van de jaarrekening een oordeel vormt over bepaalde aspecten van interne
beheersing. Uitsluitend over deze aspecten rapporteert hij dan aan het bestuur
en de Raad van Commissarissen.
Sarbanes-Oxley
Tabaksblat kan worden gezien als een bredere en meer
globale versie van Sarbanes-Oxley (SOX). SOX kent, net als Tabaksblat, vele
regels over governance en beheersing, maar beperkt zich tot de interne
beheersing van financiële informatie en
compliance risico's. Voor het 'in control' statement is in het
bijzonder 'sectie 404' van de wet belangrijk. Hierin staat het volgende:
De onderneming
dient een rapport uit te brengen waarin
(1) de
verantwoordelijkheid van het bestuur vermeld wordt voor het opzetten en in
stand houden van een adequaat systeem van interne beheersing en procedures voor
de financiële verslaggeving, en
(2) een
beoordeling per het einde van het laatste boekjaar is opgenomen van de
effectiviteit van de interne beheersingsmaatregelen van de onderneming voor de
financiële verslaggeving.
De controlerend
accountant dient deze verklaringen van het bestuur te bevestigen en te
vermelden in zijn rapport.
Bestuurders zijn dus primair verantwoordelijk voor de juistheid en
volledigheid van alle belangrijke posten en uitspraken in de jaarrekening en
het jaarverslag. Zij moeten beheersmaatregelen treffen om deze juistheid en
volledigheid te waarborgen.
Bestuurders dienen de opzet en werking van het systeem van interne
beheersing van de financiële verslaglegging van de onderneming jaarlijks te
beoordelen aan de hand van geschikte criteria, zoals het COSO raamwerk. Zij
dienen de door of namens hen verrichte werkzaamheden te documenteren en
hierover te rapporteren. Voor hun verklaring dat de interne beheersing van de onderneming
effectief is moeten zij verifieerbaar voldoende bewijs hebben verzameld.
Bestuurders kunnen hun verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de interne
beheerssystemen niet aan de accountant of andere derden delegeren. Zij mogen de
uitkomsten van werkzaamheden van de accountant niet gebruiken als basis voor
hun verklaring over de effectiviteit van interne beheersing.
Bij het verzamelen van bewijs voor haar verklaring dat de interne
beheersing van de onderneming effectief is, moeten bestuurders de volgende
stappen nemen:
-
Inschatten
van het risico van een materiële fout.
-
Identificeren
van ondernemingsbrede beheersmaatregelen.
-
Identificeren
van belangrijke rekeningen en toelichtingen.
-
Identificeren
van belangrijke uitspraken in de jaarrekening.
-
Identificeren
van belangrijke processen.
-
Bepalen
welke locaties of business units in de evaluatie moeten worden betrokken.
-
Documenteren
van het ontwerp van de beheersmaatregelen.
-
Bepalen
welke beheersmaatregelen moeten worden getest.
-
Evalueren
van de effectiviteit van het ontwerp van beheersmaatregelen.
-
Testen
en documenteren van de werking van beheersmaatregelen.
-
Evalueren
van aangetroffen tekortkomingen in de beheersing en trekken van een conclusie
over de overall effectiviteit.
-
Communiceren
van bevindingen naar audit comité en accountant.
Over de voor SOX te verrichten werkzaamheden is al veel bekend. Zo
geeft de 'Public Company Accounting Oversight Board' een gedetailleerde
uitwerking van de wijze waarop aan de in de wet gestelde eisen moet worden
voldaan. SOX kan daarmee als uitgangspunt dienen voor de ten behoeve van Tabaksblat
te verrichten werkzaamheden rond de
financiële risico's en de wet- en regelgevingrisico's.
Werkzaamheden 'in control statement'
Voor de ten behoeve van Tabaksblat
te verrichten werkzaamheden rond operationele risico's kunnen de ervaringen in
het Verenigd Koninkrijk dienen. Daar verschenen in 1999 en 2003 twee
belangrijke rapporten, te weten het 'Turnbull report' en de hernieuwde
'Combined Code'. Op basis van de ervaringen met SOX en Turnbull kan het
volgende overzicht worden gegeven van werkzaamheden die bestuurders in het
kader van Tabaksblat moeten verrichten om een gegrond 'in control' statement te
kunnen afgeven.
- Vaststellen
wie namens de Raad van Bestuur alle activiteiten coördineert die nodig zijn
voor een gegrond 'in control' statement. Deze persoon zorgt ervoor dat er een
planning is, dat de uitvoering op schema ligt, dat de daadwerkelijke uitvoering
wordt gecontroleerd en dat alles goed wordt gedocumenteerd. Hij schakelt daarvoor
de geëigende lijn- en stafmanagers in.
- Organiseren cascadesysteem waarbij lijn- en stafmanagers aan het
eind van het boekjaar schriftelijk verklaren welke bijzonderheden op het gebied
van interne risicobeheersing en controle hebben plaatsgevonden en dat de
werking van interne risicobeheersings- en controlesystemen adequaat en
effectief is geweest.
- Organiseren jaarlijkse actualisatie van de risico-analyse.
- Formuleren van een
richtlijn waarin wordt aangegeven hoe
medewerkers
met risico moeten omgaan
(prioriteitsstelling, mogelijke reacties, etc.)
- Vaststellen dat
medewerkers deze richtlijn hebben begrepen en dus weten a) wat er van hen wordt
verwacht ten aanzien van het omgaan met risico's
en b) welke ruimte zij hebben om iets te doen.
- Vaststellen dat de Raad
van Bestuur zelf het goede voorbeeld geeft (de zogenaamde 'tone at the top') en
dat zij, zowel in acties als
in beleid, duidelijk commitment toont aan competentie, integriteit en het
onderhouden van een sfeer van vertrouwen binnen de organisatie.
- Vaststellen dat risicomanagement- en interne beheersingssystemen
in voldoende mate door aanvullend beleid (i.c. bijpassende cultuur,
gedragscode, HR-beleid en prestatiegerelateerde beloningssystemen) worden
ondersteund.
- Vaststellen dat bevoegdheden, verantwoordelijkheden en
aansprakelijkheden duidelijk zijn gedefinieerd.
- Nagaan of aanvullende
beheersmaatregelen nodig zijn voor de
geïdentificeerde risico's.
- Vaststellen dat medewerkers voldoende kennis, vaardigheden en
tools hebben om het bereiken van de doelstellingen van de organisatie te
ondersteunen en deze tegen risico's te beschermen. Dit geldt ook voor
medewerkers van organisaties waaraan diensten zijn uitbesteed.
- Vaststellen dat er een systematiek is die er voor zorgt dat de
organisatie 'uit zichzelf' risico's herevalueert en – zo nodig – processen,
beheersmaatregelen, informatiebehoeften en informatiesystemen aanpast in
reactie op wijzigingen in haar doelstellingen, haar bedrijfsactiviteiten, haar
externe omgeving, operationele tekortkomingen en/of tekortkomingen in de
rapportages.
Vaststellen dat er deze systematiek (follow-up
procedures) daadwerkelijk functioneert en dat gepaste actie wordt genomen in
reactie op veranderingen in de beoordeling van risico's en beheersing.
- Vaststellen dat er een
duidelijke handleiding is voor de inrichting van de financiële verslaggeving en
de voor de opstelling daarvan te volgen procedures (accounting manual) en dat
deze wordt nageleefd.
- Vaststellen dat het management van de belangrijke bedrijfsonderdelen zelfstandig
evaluaties maakt van de effectieve werking van de systemen van risicobeheersing
en controle en hierover rapporteert in maand- en/of kwartaal rapportages.
- Vaststellen dat er een duidelijk treasurystatuut is en dat dit
wordt nageleefd.
- Beoordelen
van de opzet van het interne rapportagesysteem. Vaststellen dat dit systeem in
staat is om tijdige, relevante en betrouwbare informatie te genereren over de
voortgang bij de realisatie van organisatiedoelstellingen en de daarmee
samenhangende risico's. Vaststellen dat dit systeem werkt, en dat de
geïdentificeerde risico's voortdurend worden gevolgd en bewaakt. Vaststellen dat de opzet (het ontwerp)
van het stelsel getroffen beheersmaatregelen goed is gedocumenteerd. Duidelijk
moet zijn welke maatregelen zijn genomen en waarom. Dit moet achteraf
controleerbaar zijn. Vaststellen dat testen zijn uitgevoerd op alle getroffen
beheersmaatregelen en op alle aspecten van interne beheersing. Duidelijk moet
zijn welke testen zijn uitgevoerd en waarom. Achteraf moet kunnen worden
vastgesteld dat deze testen daadwerkelijk zijn uitgevoerd; ook dit moet dus
goed worden gedocumenteerd.
- Periodiek vaststellen dat rapporteringsprocedures, inclusief
halfjaarlijkse en jaarlijkse rapporten effectief zijn bij het communiceren van
een evenwichtig en begrijpelijk beeld van de organisatie en haar
vooruitzichten.
- Periodiek vaststellen dat de klokkenluiderregeling voldoet.
- Vaststellen
dat beleidslijnen, processen en activiteiten met betrekking tot interne
beheersing en risico-management zodanig in de organisatie zijn verankerd dat de
daadwerkelijke toepassing ervan voortdurend kan worden gevolgd. Vaststellen dat
het senior management dit ook werkelijk doet.
- Vaststellen
dat belangrijke fouten en zwakheden rond risico's en de beheersing daarvan
tijdig aan de Raad van Bestuur worden gerapporteerd (en daarmee vaststellen dat
het continue bewakingsproces effectief is).
- Vaststellen dat er specifieke regels zijn opgesteld over de wijze
waarop managers aan de Raad van Bestuur moeten rapporteren in het geval van
risico's en beheerszaken van bijzonder belang (zoals werkelijke of vermoede
fraude, overige onwettige of onrechtmatige daden).
Samenvattend: Nadat de belangrijkste risico's in
kaart zijn gebracht en de noodzakelijke beheersmaatregelen zijn vastgesteld,
moet worden vastgesteld dat hierover effectief wordt
gecommuniceerd op basis van relevante informatie. Tenslotte moet de effectieve
werking van de interne
risicobeheersings- en controlesystemen worden bewaakt.
Naschrift
Over SOX is al veel geschreven. Volgens velen zijn de kosten ervan aanzienlijk groter dan de maatschappelijke baten. Interessant is om te weten in welke politiek geladen situatie deze wet tot stand is gekomen. President Bush had nog maar net de verkiezingen gewonnen toen de Verenigde Staten werden opgeschrikt door de terroristische aanvallen van 9/11. Nog geen drie maanden later brak het Enron schandaal uit en werd bekend dat Arthur Andersen bewijsmateriaal had vernietigd. Vanaf dat moment volgden de ineenstortingen van grote ondernemingen elkaar in hoog tempo op. De politici moesten iets doen. De meeste wetgeving komt tot stand in tijden van crisis. De wetgeving die een nieuw Enron zou moeten voorkomen was – volgens juridische experts – zeer haastig in elkaar gezet. Zij werd aangenomen door de Republikeinen in november 2002 net voor de tussentijdse verkiezingen die de Democraten dreigden te gaan winnen.
Maart 2006
|
|